Familieopstelling, een lichtpunt in de schaduw van PTSS

Zo lang ze zich kan herinneren balanceert ze tussen angst en pijnlijke herinneringen. Elke dag lijkt alsof ze bevroren is in de tijd en gevangen is op een plek die ze hopeloos probeert te ontvluchten.

Ze heeft op vijfjarige leeftijd een ingrijpende en beangstigende gebeurtenis doorgemaakt. Haar brein zit vast in haar verleden, waarbij ze zich verliest in chronische waakzaamheid en disproportionele gevoeligheid voor gevaar. 

Hoe kan ze leren dat het gevaar geweken is en dat ze mag leven in de realiteit van het heden?

Vader en moeder worden opgesteld, maar stralen een kille, afstandelijke sfeer uit. Ze staan ver van elkaar en schenken nauwelijks aandacht aan de omgeving. Naarmate de opstelling vordert, wordt duidelijk dat beide ouders emotioneel totaal onbeschikbaar zijn. De moeder gaat gebukt onder haar eigen problemen terwijl de vader volledig afwezig lijkt en geen enkele betrokkenheid toont. Beide ouders laten geen ruimte voor verbinding of steun, en de dochter blijft in een emotioneel vacuüm achter.

Hoe zou het voelen om gezien te worden? Hoe zou het zijn om vastgehouden en gesteund te worden, zonder dat ze daar iets voor terug moest geven?

“Ik wilde zo graag dat iemand naar mij omkeek,” fluistert ze zacht, “maar niemand keek echt naar mij. Niemand was er voor me.”

In de opstelling staat ze vervolgens tegenover een representant – een zorgzame, ideale ouderfiguur die de warmte belichaamt die ze nooit heeft gekend. Terwijl ze de representant aankijkt, ontstaat er iets nieuws. Een sprankje, een mogelijkheid. Het lijkt haast te mooi om waar te zijn. Toch blijft ze staan. Ze voelt hoe haar hart voorzichtig opent, alsof ze heel even een glimp opvangt van wat had kunnen zijn.

“Als ik je ideale moeder was, dan was ik er voor je geweest en had ik je beschermd,” zegt de representant, “ik ben hier, en ik blijf bij je.”

De woorden raken iets ouds, iets dieps in haar. Haar lichaam beweegt bijna onmerkbaar naar voren, alsof het wil testen of de belofte waar is. Het is alsof een oude wond in haar begint te ademen. Zintuiglijke ervaringen die ze nooit eerder heeft gekend – gezien worden, vastgehouden worden – beginnen langzaam haar werkelijkheid binnen te dringen.

Ze voelt de warmte van de representant. Een warmte die haar niet verbrandt of verstikt, maar haar vult. De oude overtuiging dat ze het alleen moet doen, dat niemand er voor haar is, begint te wankelen. In plaats daarvan ontstaat er een nieuw narratief. Een waarin ze gesteund wordt, waarin ze niet alleen is.

“Als ik je ideale moeder was, hield ik onvoorwaardelijk van je. Je bent veilig,” zegt de representant. “Ik blijf bij je.”

“ Maar waarom hou je dan van mij?” vraagt ze met een zachte, nauwelijks hoorbare stem aan haar ideale moeder. “Ik hou van je omdat je mijn dochter bent.”

Een stroom van tranen vindt haar weg naar buiten. In die tranen zit verdriet, maar ook opluchting. Ze realiseert zich dat het gemis altijd deel van haar verleden zal zijn, maar dat het nu niet langer haar heden hoeft te bepalen. Het gevoel van gezien, vastgehouden en gesteund worden nestelt zich als een zachte gloed in haar borst. “Oh, dus dit is hoe het  voelt als er iemand voor je is,” zegt ze.

In de weken daarna merkt ze het verschil. Ze zegt: “Ik voel me voor het eerst dochter. Ik voel eindelijk mijn plek. Ik had altijd het gevoel dat ik nergens bij hoorde en dat er niemand was die echt om me gaf. Het voelde helemaal alleen. Nu voelt het dat ik ergens onderdeel van uitmaak. Ik voel me gesteund. Mijn PTSS klachten zijn bijna zo goed als verdwenen. Ik kan eindelijk op straat lopen zonder dat ik voortdurend het gevoel heb dat mij iets naars gaat overkomen. Het is door de opstelling wel duidelijk geworden dat het daadwerkelijke trauma niet de angstaanjagende gebeurtenis was maar de totaal emotioneel onbeschikbare ouders na die bewuste gebeurtenis.”

De ervaring van de opstelling leeft in haar voort als een herinnering die niet alleen in haar hoofd zit, maar ook in haar lichaam. En telkens wanneer ze het nodig heeft, sluit ze haar ogen en kan ze het gevoel van warmte en steun oproepen. Omdat ze nu weet hoe het voelt en ze dat nooit meer vergeet.

Complexe Post-Traumatische Stressstoornis (PTSS) is een diepgaande en vaak overweldigende aandoening die voortkomt uit langdurige en herhaalde trauma’s. Voor cliënten die met deze complexe vormen van PTSS worstelen, kan de weg naar herstel vol obstakels liggen.

Een belangrijk aspect van familieopstellingen voor cliënten met complexe PTSS is het creëren van virtuele herinneringen, die naast de pijnlijke werkelijkheid kunnen bestaan. 

En het vermogen om zintuiglijke ervaringen op te roepen. De ervaring van gezien, vastgehouden en gesteund worden.  Deze spelen een cruciale rol in het proces van heling.

Het is cruciaal dat therapeuten en cliënten samen deze reis maken, waarbij ze de ruimte creëren om zowel de pijn als de mogelijkheid van heling te verkennen. Familieopstellingen zijn op die manier een uitnodiging om opnieuw contact te maken met onszelf, onze geschiedenis en met elkaar in een veilige en ondersteunende omgeving.

 

Volgende
Volgende

Oproep tot het stellen van realistische verwachtingen en het ethisch handelen als begeleider van opstellingen